Procesondersteuning bouwlogistiek

Gemeenten ervaren daarbij dat bestaand instrumentarium niet altijd geschikt is om te sturen op bouwlogistiek of dat het slechts op een deel van de bouwopgaven in de gemeente van toepassing is. De vraag komt dan op welke instrumenten ingezet moeten worden en hoe deze het beste benut kunnen worden. 

Vraag

Bouwlogistiek maakt ruim een derde uit van alle stadslogistieke bewegingen en heeft dus een behoorlijke impact. Gemeenten zoeken dan ook naar instrumenten om bouwlogistiek efficiënter, duurzamer en met minder hinder te laten plaatsvinden.  Gemeenten ervaren daarbij dat bestaand instrumentarium niet altijd geschikt is om te sturen op bouwlogistiek of dat het slechts op een deel van de bouwopgaven in de gemeente van toepassing is. De vraag komt dan op welke instrumenten, al dan niet gecombineerd, ingezet moeten worden en hoe deze het beste benut kunnen worden. 

Achtergrond

Met de huidige binnenstedelijke bouwopgave zal het aandeel bouwlogistiek in steden waarschijnlijk nog verder toenemen. Reden voor gemeenten om te zoeken hoe zij bouwlogistiek duurzamer, efficiënter en met minder hinder kunnen laten plaatsvinden. De vraag is welke instrumenten gemeenten daarvoor kunnen inzetten en hoe deze te gebruiken zijn Aangezien diverse gemeenten hierin zoekend waren heeft Ministerie van IenW ondersteuning (uitgevoerd door ons bureau) aangeboden aan diverse steden. Dit betrof een groep van 10 middelgrote tot grote steden waar bouwlogistiek een van de aandachtspunten was in beleid. 

Onze aanpak

We hebben onderzocht welke instrumenten gemeenten tot hun beschikking hebben. Dit bleek een divers pallet aan instrumenten te zijn die elk hun eigen werkingsgebied, kansen en beperkingen hebben. Instrumenten zijn onder andere de aanbesteding (proces), het sluiten van zogenaamde anterieure overeenkomsten, inzetten van de omgevingsvergunning, subsidies en faciliterende maatregelen zoals het tijdelijk beschikbaar stellen van ‘bufferlocaties’. Gemeenten zullen dus vaak een combinatie van meerdere instrumenten moeten inzetten, wat ook betekent dat het van belang is dat samenwerking en afstemming binnen de gemeente op dit gebied op orde is en dat een centrale visie/aanpak rond bouwlogistiek wordt opgesteld. Bij veel gemeenten ontbreekt dit nu. In onze aanpak hebben we bij de deelnemende gemeenten steeds een diverse groep aan betrokkenen (vanuit de verschillende gemeentelijke afdelingen) om tafel gezet om zo te komen tot een integrale en effectieve aanpak (soms geprojecteerd op een specifieke bouwlocatie).

Resultaat

Met de 1 op 1 ondersteuning hebben diverse gemeenten stappen kunnen zetten in het verder aanscherpen van hun beleid rond bouwlogistiek en hebben zij meer zicht gekregen op de instrumenten die zij kunnen inzetten.

De concrete ondersteuning verschilde per gemeenten; daarbij kan gedacht worden aan de volgende elementen:

  • Samen met de Gemeente Breda hebben we het Bouwlogistiek Kader dat gebruikt wordt voor de ontwikkellocatie CrossMark en onderdeel is van de Anterieure Overeenkomsten geüpdate en daarin sterker ingezet op duurzame bouwlogistiek.
  • De Gemeente Deventer is ondersteund bij het opstellen van duurzaamheidseisen rond bouwlogistiek en inzet mobiele werktuigen ten behoeve van de aanbesteding van de Lebuïnuspleinen
  • Samen met SmartwayZ.NL is de Gemeente Den Bosch ondersteund bij het opstellen van een bouwlogistiek convenant (onderdeel van de Bossche Green Deal Stadslogistiek) tussen gemeente en een groot aantal bouw(logistieke) partijen met als doel het verduurzamen van bouwlogistiek in Den Bosch en het opzetten van pilotprojecten.
  • De gemeente Nijmegen is ondersteund bij het opstellen van een BLVC kader met o.a. aandacht voor duurzame bouwlogistiek voor de bouw van woontoren Hezelpoort en dat tevens gebruikt kan worden als basis voor BLVC kaders voor andere bouwactiviteiten in het Nijmeegse stationsgebied.

Daarnaast heeft dit project geleid tot een aantal handreikingen waarmee ook andere gemeenten hun voordele kunnen doen. In deze handreikingen worden de beschikbare instrumenten beschreven, elk met hun eigen ‘werkingsgebied’, te verwachten effecten en eventuele beperkingen. Ook worden voorbeelden gegeven van gemeenten die een dergelijk instrument al inzetten. 

 

Ministerie van Infrastructuur en Water, o.a. Gemeenten Breda, Apeldoorn, Nijmegen, Zwolle, Deventer

Gerelateerde contactpersonen