16 april 2025
Laadinfrastructuur als randvoorwaarde voor emissieloze bouw
De transitie naar Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) is een essentiële stap richting een duurzamere bouwsector. Deze verandering brengt echter complexe uitdagingen met zich mee, waaronder de noodzaak van voldoende en tijdige beschikbaarheid van laadinfrastructuur voor emissieloze bouwmachines en logistiek. De realisatie daarvan is in de praktijk uitdagend en realisatie kan veel tijd kosten. Zaak dus op om op tijd te beginnen, in de voorbereiding de juiste afwegingen te maken en zo tot een optimale oplossing te komen.
Verdieping op de Routekaart Bouw NAL
Buck Consultants International voerde, in opdracht van de Topsector Logistiek, een verdiepend onderzoek uit naar de versnelling van deze laadinfrastructuur. De resultaten bieden concrete handvatten voor overheden en marktpartijen. Het onderzoek bouwt voort op de eerder gepubliceerde Routekaart Bouw van het Nationaal Agenda Laadinfrastructuur (NAL). In deze routekaart worden drie strategieën benoemd, waarvan de ontwikkeling van gebiedsgerichte ‘hotspots’ – zoals heavy-duty laadpleinen en laadhubs – centraal stond in onze verdiepingsslag.
Om meer richting en duidelijkheid te geven aan deze laadoplossingen, hebben wij een onderscheid aangebracht tussen twee hoofdtypen: het laadplein en de laadhub.
- Laadpleinen zijn direct gerelateerd aan een bouwproject en worden (tijdelijk) ingericht op of nabij de bouwlocatie.
- Laadhubs zijn centrale, multimodale laadlocaties die niet alleen de bouwsector bedienen, maar ook andere gebruikers in de regio – van stadslogistiek tot openbaar vervoer.
Praktijkvoorbeeld Laadplein Meanderende Maas In het project Meanderende Maas werken tien organisaties samen aan de waterveiligheid door dijkversterking en rivierverruiming. Trekker hiervan is Waterschap Aa en Maas en de uitvoering wordt gedaan door Boskalis. Een deel van de werkzaamheden in de komende jaren dient emissieloos te worden uitgevoerd. Vanwege netcongestie was het realiseren van een laadplein op een nieuwe locatie (en nieuwe aansluiting) niet mogelijk. Er is daarom gekozen om gebruik te maken van de locatie en netaansluiting van de RWZI in Oijen (ook in eigendom van waterschap). De realisatie en exploitatie van het laadplein is onderdeel van de opdracht van Boskalis en maakt gebruik van subsidie vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Na afronding van de werkzaamheden zal het laadplein overgedragen worden aan het waterschap en kan het eventueel voor andere doeleinden en doelgroepen benut worden. |
Deze categorisering maakt zowel de functionele verschillen duidelijk als de rolverschillen die er bestaan voor publieke en private partijen bij de ontwikkeling van de verschillende type laadinfra. Onderstaande afbeelding geeft in meer detail de verschillen tussen de twee typen laadinfra voor de bouw aan.
Van projectgericht naar strategisch laden
Wat opvalt, is dat laadinfrastructuur nog te vaak projectgericht wordt ontwikkeld. Er wordt per project bekeken of en hoe laadvoorzieningen gerealiseerd kunnen worden. Dit leidt tot tijdelijke en vaak suboptimale oplossingen. In ons onderzoek pleiten wij daarom voor een strategischere aanpak, waarin de laadvraag op gebiedsniveau wordt geanalyseerd en laadinfrastructuur met een langere termijnvisie wordt ontwikkeld.
Deze gebiedsgerichte benadering maakt het mogelijk om laadinfrastructuur efficiënter te benutten, ook buiten de bouwsector. Dit draagt bij aan een betere businesscase en maakt slim ruimtegebruik en netcapaciteitsbeheer mogelijk – factoren die steeds belangrijker worden in de huidige opgaven.
Vier aanbevelingen voor versnelling
Om de realisatie van laadinfrastructuur voor de bouw te versnellen, zijn vier kerninzichten uit het onderzoek van belang:
1. Bevorder samenwerking tussen publieke en private partijen
De opgave vraagt forse investeringen en een nauwkeurige afstemming van ruimtelijke, infrastructurele en energetische voorwaarden. Gemeenten, provincies, netbeheerders en marktpartijen moeten actief samenwerken om locaties geschikt te maken voor laadinfrastructuur. Deze samenwerking creëert bovendien ruimte voor het benutten van meekoppelkansen met andere sectoren en projecten.
2. Ontwikkel op basis van een lange termijn visie
Het ontwikkelen van laadinfra zou niet langer moeten worden gedreven door de looptijd van een individueel project. In plaats daarvan is het noodzakelijk om op regionaal niveau de toekomstige laadvraag in kaart te brengen – voor bouw én andere modaliteiten – en hier een integraal ontwikkelplan op te baseren.
3. Benut meekoppelkansen en synergie
Door laadbehoeften van verschillende partijen en sectoren te combineren – bijvoorbeeld via laadhubs nabij bouwprojecten, bedrijventerreinen of energieopwekking (zonne- of windparken) – ontstaan schaalvoordelen. Ook het gezamenlijk ontwikkelen van infrastructuur voor meerdere (gelijktijdige of opvolgende) bouwprojecten vergroot de efficiëntie.
4. Maak heldere afspraken over rollen en verantwoordelijkheden
De rol van de overheid verschilt afhankelijk van het type laadoplossing. Bij projectgebonden laadpleinen – zeker bij overheidsprojecten – is een actieve rol van overheden wenselijk, zowel publiek- als privaatrechtelijk. Bij commerciële laadhubs ligt de verantwoordelijkheid primair bij private partijen, waarbij overheden een faciliterende rol kunnen spelen via vergunningverlening, ruimtereservering en grondbeleid.
Interesse in onze aanpak?
Buck Consultants International ondersteunt opdrachtgevers – zowel publiek als privaat – bij het strategisch vormgeven van laadopgaven binnen gebiedsontwikkelingen, bouwprojecten en logistiek. Ons onderzoek toont aan dat er concrete kansen liggen om de laadinfrastructuur voor emissieloze bouw te versnellen en tegelijkertijd andere maatschappelijke doelen te realiseren.
Wilt u meer weten over dit onderwerp of een oriënterend gesprek voeren over wat dit voor u kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op.
U kunt ook deelnemen aan het webinar dat de Topsector Logistiek samen met ons over dit thema organiseert op dinsdag 22 april.
Meer info en aanmelden voor dit webinar kan hier.